De bank op onze hoek is weg. Zomaar. Van de ene dag op de andere was ze er niet meer. Zoon kondigde dit in-trieste nieuws aan. “Gebouw staat leeg, bord aan voorgevel is neergehaald en ramen zijn beplakt met zwarte tape”, zei hij en met deze aankondiging verdween tegelijkertijd een klein stukje van ons gemak. Het gemak om ’s ochtends vroeg een hoek van 90° te lopen vóór het kopen van een brood. Het gemak om vlug nog wat geld uit de muur te versieren op weg naar. Het gemak om niet nog snel naar het volgende dorp te moeten racen voordat de pizza-man aanbelt. Het gemak om doodleuk nooit cash te hoeven inhuizen. Ons gemak, ja. En hier stopt het dus. We laten het inkrimpen van dit stukje gemak landen en merken dat we toch even moeten bekomen… totdat een luide stem van boven roept dat het wc papier op is.